Koop levende kreeften van ongeveer 700 gram, en let erop dat ze zeer bewegelijk zijn en hevig tegenstribbelen als de vishandelaar ze uit het water haalt. Je hebt een halve kreeft per persoon nodig als voorgerecht in een uitgebreid menu, en anders een hele kreeft.
Snij stengels van bleekselder, wit van prei en wortelen in zeer kleine stukjes (“julienne”), doe ze in een stoofpot met wat hoeveboter, peper en zout, en laat ze langzaam gaar sudderen. Dit proces kan wel een uur in beslag nemen. Af en toe controleren of er nog genoeg kookvocht in de pot is, en eventueel wat droge witte wijn (eventueel ook water) toevoegen. Zodra de groentenstukjes klaar zijn, roer je er een eierdooier, verse room en stukjes gepelde en ontpitte tomaat door. Daarna warm houden maar niet meer laten koken.
Bereid een bouillon als volgt : vul een hoge kookpot (inhoud ten minste 8 liter, liefst 10 à 12 liter) tot 10 cm van de rand met water, voeg per 2 liter water één kruidenbouillonblokje toe, wat selderbladeren, een wortel en enkele laurierblaadjes, en laat 10 minuten doorkoken.
Dompel daar nu een kreeft in, nadat je de elastiekjes verwijderd hebt van de scharen. Zorg voor een hoog vuur, zodat het geheel snel opnieuw kookt. De ideale kooktijd voor verse kreeft is 6 minuten vanaf het moment waarop de vloeistof kookt, en zeker nooit langer dan 10 minuten. Kook elke kreeft afzonderlijk opdat het water niet te sterk zou afkoelen. Duurt het te lang vóór het water opnieuw kookt, dan wordt de kreeft bijna rubber.
Draai de kop en de scharen los, hak met een stevig mes een barst in de scharen zodat de gasten ze makkelijk kunnen breken, en knip de poten los. Snij de romp met een groot scherp mes in de lengte middendoor (hoe? plant de punt van het mes in de rompschaal, en duw het mes krachtig naar beneden in de richting van de staart. Draai de kreeft dan om en herhaal dit).
Zet nu alles gedurende 5 minuten in een voorverwarmde oven (180° C) en warm ondertussen de groenten op.
Schik de opengekliefde romp op een voorverwarmd bord, en voeg in het midden tussen de twee helften wat op met de groentebereiding; daar bovenop komen de scharen en de poten. (Indien je nadien kreeftensoep wil maken, dan de koppen niet mee opdienen).
Aardappel- of rijstbereidingen gaan hier niet goed bij. Brood wel, maar de meeste kenners vinden het overbodig. Een kreeftenvork en een waskommetje met citroen is wel absoluut noodzakelijk.
Snij stengels van bleekselder, wit van prei en wortelen in zeer kleine stukjes (“julienne”), doe ze in een stoofpot met wat hoeveboter, peper en zout, en laat ze langzaam gaar sudderen. Dit proces kan wel een uur in beslag nemen. Af en toe controleren of er nog genoeg kookvocht in de pot is, en eventueel wat droge witte wijn (eventueel ook water) toevoegen. Zodra de groentenstukjes klaar zijn, roer je er een eierdooier, verse room en stukjes gepelde en ontpitte tomaat door. Daarna warm houden maar niet meer laten koken.
Bereid een bouillon als volgt : vul een hoge kookpot (inhoud ten minste 8 liter, liefst 10 à 12 liter) tot 10 cm van de rand met water, voeg per 2 liter water één kruidenbouillonblokje toe, wat selderbladeren, een wortel en enkele laurierblaadjes, en laat 10 minuten doorkoken.
Dompel daar nu een kreeft in, nadat je de elastiekjes verwijderd hebt van de scharen. Zorg voor een hoog vuur, zodat het geheel snel opnieuw kookt. De ideale kooktijd voor verse kreeft is 6 minuten vanaf het moment waarop de vloeistof kookt, en zeker nooit langer dan 10 minuten. Kook elke kreeft afzonderlijk opdat het water niet te sterk zou afkoelen. Duurt het te lang vóór het water opnieuw kookt, dan wordt de kreeft bijna rubber.
Draai de kop en de scharen los, hak met een stevig mes een barst in de scharen zodat de gasten ze makkelijk kunnen breken, en knip de poten los. Snij de romp met een groot scherp mes in de lengte middendoor (hoe? plant de punt van het mes in de rompschaal, en duw het mes krachtig naar beneden in de richting van de staart. Draai de kreeft dan om en herhaal dit).
Zet nu alles gedurende 5 minuten in een voorverwarmde oven (180° C) en warm ondertussen de groenten op.
Schik de opengekliefde romp op een voorverwarmd bord, en voeg in het midden tussen de twee helften wat op met de groentebereiding; daar bovenop komen de scharen en de poten. (Indien je nadien kreeftensoep wil maken, dan de koppen niet mee opdienen).
Aardappel- of rijstbereidingen gaan hier niet goed bij. Brood wel, maar de meeste kenners vinden het overbodig. Een kreeftenvork en een waskommetje met citroen is wel absoluut noodzakelijk.